Je partner komt thuis en is gefrustreerd over de werkdag? Hoe reageer je?
- Je zegt dat het allemaal zo erg niet is, je hebt zelf ook wat aan de hand gehad. Of je maakt je boos en geeft aan dat jij wel eens met de baas zal gaan praten
- Je vraagt door wat er aan de hand is, hoe hij/zij hiermee is omgegaan, hoe lastig het is, wat hij/zij anders wil
Sympathie
Je uit sympathie voor iemand door sterk mee te voelen en hierover te oordelen. Je vindt het erg wat die persoon overkomt en gaat hierop reageren met je eigen waardeoordelen bv. dat kan toch niet dat ze zo met je omgaat. Je probeert de ander te sussen bv. er zijn ergere dingen dan dat, het komt wel goed of je minimaliseert de situatie bv. je hebt tenminste nog een job. Je geeft de indruk te begrijpen wat de ander denkt of voelt en wil duidelijk een steun zijn en aangeven dat je achter de persoon staat. Toch creëer je door je reactie vaak een afstand waardoor de ander zich niet altijd begrepen voelt (situatie 1).
Empathie
Bij empathie voel je ook sterk mee met de persoon en toon je begrip en erkenning voor de last, zonder een oordeel te geven. Je herkent de gevoelens bij de andere en communiceert hierover bv. ik zie dat het lastig voor je is. Je stelt vragen: Wat denk je hierover? Wat betekent dit voor jou? Je luistert naar het verhaal zonder je eigen denken en waardeoordelen daarin mee te nemen. Door aanwezig te zijn, mee te voelen en vragen te stellen zet je de ander zelf aan het denken waardoor die persoon vaak weer verder kan. Hierdoor creëer je doorgaans meer verbondenheid (situatie 2).